Sinds 2022 werken we samen met BCOME om de milieu-impact van onze producten te berekenen. Op onze website vind je de milieubeoordeling van elk product op de specifieke productpagina. Deze scores gebruiken we om reductiedoelstellingen te bepalen en om onze emissies te compenseren. De beoordeling scoort elk item op vier variabelen: Global Warming, Water Scarcity, Eutrophication & Abiotic Depletion. We zullen deze verschillende concepten hier doornemen en uitleggen hoe ze moeten worden geïnterpreteerd.
Global warming
Dit is het totaal aan broeikasgassen die in de keten worden uitgestoten, uitgedrukt in een CO2-equivalent. Dit impactgebied omvat ook andere broeikasgassen, zoals methaan (bijvoorbeeld door vee). De totale broeikasgas-emissies worden vertaald naar een CO2-equivalent. Onthoud dat de Global Warming-score geen directe CO2-uitstoot weergeeft, maar ook andere broeikasgassen. Dit geeft dus een hogere impactscore dan wanneer je alleen de directe CO2-uitstoot zou meten.
Water scarcity
Dit meet de impact van het waterverbruik voor een bepaald product op de wereldwijde waterschaarste. Deze impactscore wordt gemeten door het directe waterverbruik te vermenigvuldigen met een factor die afhankelijk is van de geografische locatie waar het water wordt verbruikt. We doen dit, in plaats van simpelweg het directe waterverbruik te tellen, om een nauwkeuriger beeld te geven van de daadwerkelijke impact van een product. Dit betekent dat de score geen direct verbruik weergeeft. Hoewel een product misschien 10 liter water nodig heeft, kan de impact op waterschaarste gelijk zijn aan het gebruik van 100 liter water. Omdat één liter water die wordt gebruikt op een plek waar het veel schaarser is, een grotere impact heeft op de wereldwijde waterschaarste dan diezelfde liter die wordt gebruikt op een plek waar water in overvloed is.
Eutrophication
Misschien een minder bekend probleem, maar zeker zo belangrijk vanwege het verwoestende potentieel, is eutrofiëring. Dit is een kettingreactie als gevolg van het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Deze (chemische) middelen beschermen de gewassen op de akkers en helpen ze groeien. Maar als ze de aarde in druppelen, komen ze uiteindelijk terecht in meren, rivieren en zeeën. Daar vormt het een voedingsbodem voor bacteriën zoals groene algen. De algen gedijen goed onder deze omstandigheden, wat resulteert in een overvloed aan groene algen. Als gevolg hiervan vormt zich een dikke laag groene pulp op het oppervlak, die het afschermt van zonlicht en zuurstof, waardoor organismen eronder sterven. Kortom, door het gebruik van kunstmest, pesticiden en andere chemicaliën die in de natuur terechtkomen, kunnen hele ecosystemen kapot gaan. We vergelijken deze scores bijvoorbeeld met wasbeurten, een andere - meer bekende - praktijk die eutrofiëring veroorzaakt.
Abiotic depletion
Dit gaat om het gebruik van fossiele energiebronnen. Hoewel veel van onze leveranciers bezig zijn met het plaatsen van zonnepanelen en andere vormen van duurzame energiebronnen, komt er nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid energie uit fossiele energiebronnen. Ook het gebruik van synthetische materialen, zoals polyester en elastaan vereist fossiele energiebronnen en heeft dus invloed op deze score.